210407 WHOA in conflict met de WCK?
Hoe kan
worden voorkomen dat de WCK een HD belemmert in de uitvoering van een WHOA
traject?
De Wet
Homologatie Onderhands Akkoord (WOHA) biedt ruime mogelijkheden onder andere
door schuldeisers onder te verdelen in verschillende klassen en verschillende
aanbiedingen te doen om met voortzetting van de onderneming tot een
schuldenregeling met de schuldeisers te komen.
Door daarbij
gebruik te maken van een door de rechtbank aangestelde Herstructurering
Deskundige (HD) die op onafhankelijke wijze overleg voert met ondernemer en
schuldeisers bij het opstellen en onderbouwen van een aanbod, ontstaat er meer
draagvlak om tot een akkoord te komen.
Met name bij de
kleine ondernemers worden regelmatig de zakelijke schulden betaald met
privévermogen waardoor er schulden ontstaan aan de kant van de privé uitgaven.
Omdat een faillissement van een “eenmanszaak” ook meteen een persoonlijk
faillissement betekent en omgekeerd een persoonlijk faillissement het einde van
de onderneming ontkomt de ondernemer er niet aan om bij een aan te bieden
akkoord ook privéschulden op te nemen.
Met het opnemen
van privé schulden kunnen er regels uit de Wet op het Consumenten Krediet (WCK)
van toepassing zijn op een regeling met schuldeisers. Daarmee kan het werk van
de Herstructureringsdeskundige (HD) ook worden belemmerd.
Casus
Ondernemer
heeft 8 jaar geleden van zijn voormalige werkgever het bedrijf overgenomen voor
een bedrag van € 60.000,-. Dit bedrag is betaald uit spaargeld € 25.000,- en
een opneembaar bedrag van € 35.000,- uit een doorlopend krediet van € 40.000,-
welke 3 jaar voor de bedrijfsovername, voor de aanschaf van een nieuwe auto, is
gebruikt.
Sinds 2 jaar is
de onderneming in financieel zwaar weer terecht gekomen waardoor er een
schuldenlast is ontstaan van € 85.000,- (€ 26.000,- preferent, en € 59.000,-
concurrent). In het totaal aan schulden is het doorlopend krediet, dat inmiddels
volledig wordt benut, voor € 40.000,- meegenomen.
De Belastingdienst
heeft aangekondigd dat zij niet langer uitstel wenst te verlenen op de
betalingen en de verhuurder van het kantoorpand wil de huurovereenkomst
beëindigen vanwege een achterstand in het betalen van de huur. Omdat de
ondernemer niet in staat is om binnen de door de schuldeisers gestelde termijn
te betalen dreigt een faillissement.
Met
gebruikmaking van de WHOA en een door de rechtbank benoemde HD wordt een herstructureringsplan
opgesteld en een regeling aan de schuldeisers aangeboden deze houdt in een
sanering van een deel van de schulden met behulp van een achtergestelde lening
van familie en een reductie van de vaste lasten door aanpassing van het
krediet, wijziging van de lease overeenkomst en huur bedrijfspand, zodat er in potentie
weer een levensvatbare onderneming ontstaat.
De bank wordt
verzocht om akkoord te gaan met een gedeeltelijke aflossing van de lening
vanuit het saneringskrediet en het restant om te zetten naar een nieuw krediet
met een langere looptijd en lagere rente.
De bank wenst
niet in te stemmen met het aangeboden akkoord omdat zij van mening is dat er
een schuldenregeling, met het toepassen van de regels zoals deze zijn opgenomen
in de WCK en de Gemeentelijke Schuldhulp verlening (GSHV) aan alle schuldeisers
zou moeten worden aangeboden.
De bank
verdedigt haar opstelling door te stellen dat de lening die zij heeft verstrekt
een krediettransactie aan een consument is geweest en dat hierop de WCK van
toepassing is.
De Bank heeft
berekend dat als de GSHV een aanbod zou hebben gedaan aan alle schuldeisers op
basis van een Minnelijke Schuldenregeling Natuurlijke personen (MSNP) in ieder
geval de bank een beter aanbod zou hebben gekregen. Aangenomen mag worden dat dit ook zo is omdat dit voor deze paper
verder niet van belang is.
Reikwijdte
van de WCK
In de WCK Art 2
lid 1 is bepaald dat titel 2 a van BW boek 7 van toepassing is op de WCK.
In Titel 2a Art
57 lid 1 onder a van het BW boek 7 inzake consumentenkredietovereenkomsten is
gesteld dat een consument iemand is die handelt voor doeleinden die buiten zijn
beroeps~ of bedrijfsactiviteiten vallen. Hiermee lijkt vast te staan dat een
ondernemer niet valt onder de WCK en dat bij het uitvoeren van een WHOA traject
de regels vanuit de WCK ten aanzien van schulddienstverlening niet van
toepassing zijn.
Zoals uit de
eerder genoemde casus blijkt kan het gebeuren dat een Midden en Klein Bedrijf (MKB) onderneming
wordt gefinancierd vanuit een krediet dat in eerste instantie is afgesloten als
consumentenkrediet door een kredietnemer die, op dat moment, geen beroep of
bedrijf uitoefende. Dat de consument op een later tijdstip ondernemer wordt
verandert niets aan de inhoud en de bepalingen waaronder de kredietovereenkomst
tot stand is gekomen. Daarmee valt het krediet op zich direct onder de
reikwijdte van de WCK.
Om een krediet dat valt onder de WCK
deel uit te laten maken van een aanbieding onder de WHOA kan gebruik gemaakt
worden van de klasse indelingen i.g.v. Art. 374 van de WHOA. Dan worden een of
meer kredieten die onder de WCK vallen in een aparte klasse, met dezelfde
rechten, ingedeeld en vervolgens een aanbod gedaan met toepassing van de
berekeningen als zou het akkoord een schuldenregeling onder de WCK voor
consumenten zijn.
Daarmee worden de rechten van de
kredietverstrekker niet beperkt of in een nadelige positie gebracht en blijft
een maatwerkoplossing voor de overige schuldeisers mogelijk.
Is de HD
een schuldbemiddelaar in de zin van de WCK?
In hoofdstuk 5
van de WCK zijn regels ten aanzien van schuldbemiddeling opgenomen, te weten:
-In Art. 47 lid
1 is gesteld dat schuldbemiddeling is verboden.
-In Art 48 lid
1 a t/m d zijn uitzonderingen opgenomen op het verbod tot schuldbemiddeling.
-In de
WCK, Hoofdstuk 5, Art 47 lid 2 staat dat onder schuldbemiddeling wordt verstaan
het in de uitoefening van een bedrijf of beroep, anders dan door het aangaan
van een krediettransactie, verrichten van diensten, gericht op de totstandkoming
van een regeling met betrekking tot de bestaande schuldenlast van een
natuurlijke persoon, geheel of gedeeltelijk voortvloeiend uit een of meer
krediettransacties.
Hieruit
volgt dat een HD, omdat deze beroepsmatig werkzaamheden verricht tot het verlagen
van een schuldenlast, volgens de WCK doet aan schuldbemiddeling.
De HD
komt niet voor in de lijst van uitzonderingen op het verbod tot
schuldbemiddeling, vastgelegd in Art. 48 lid 1 a t/m d van de WCK en mag
dientengevolge de schuldbemiddeling niet uitvoeren.
Vooralsnog
blijkt hieruit dat de HD bij het uitvoeren van een WHOA traject in conflict kan
komen met de WCK.
Doel
van de WCK en waarom deze soms toch van toepassing is op ondernemers.
Bij de
totstandkoming van de WCK valt in de M.v.T. 19785_3 vergaderjaar
1986 -1987[i] te lezen dat het de bedoeling van
de wetgever is geweest om een wet tot stand te brengen die consumenten
beschermt tegen het aangaan van te hoge betalingsverplichtingen om daarmee
financiële problemen te voorkomen. Uit dezelfde toelichting blijkt dat er
nadrukkelijk een onderscheid wordt gemaakt tussen consumenten en personen die
een beroep of bedrijf uitoefenen. Consumenten dienen, vanwege vaak beperkte
kennis en inzichten over kredieten, met deze wet beter te worden beschermd
tegen overkreditering door professionele kredietverstrekkers. Ondernemers
worden geacht meer en betere kennis te hebben ten aanzien van kredieten en
overkreditering zodat deze wet op ondernemers niet van toepassing is.
Hieruit valt op te maken dat de
wetgever heeft bedoeld dat de consument, niet ondernemer, door de WCK dient te
worden beschermd door de bepalingen in de WCK.
Het is duidelijk niet de bedoeling
van de wetgever geweest om een ondernemer onder de WCK te laten vallen. Echter
de kans op een discussie over het toepassen van de WCK, om reden zoals in de
casus benoemd, blijft aanwezig.
Blijft staan
dat het onwenselijk is als de positie van de HD in het WOHA traject wijzigt in
die van schuldbemiddelaar in de zin van de WCK door de aanwezigheid van een
krediet die valt onder de WCK.
Pleidooi
voor aanpassing van huidige wet~ en regelgeving :
Een HD begint
de werkzaamheden met informatie van de ondernemer die, om de onafhankelijkheid
te waarborgen, beperkt is om tot een offerte te komen welke bij een WHOA verzoek bij de rechtbank wordt toegevoegd.
Omdat de HD beperkte informatie heeft kan deze geen inschatting maken of de WCK
een rol gaat spelen tijdens het WHOA traject. Hiermee loopt de HD het risico
dat zijn (rechts) positie gedurende het uitvoeren van een WHOA traject verandert.
Indien de
volgende twee aanpassingen van de wet en regelgeving worden doorgevoerd kan de
HD, ook indien er tijdens de WHOA met de WCK rekening moet worden gehouden, de
werkzaamheden voortzetten.
1)
Een door de rechtbank benoemde HD zou eenvoudig
door een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) onder Art. 48 lid 1 onder d van
de WCK kunnen worden toegevoegd als toegelaten schuldbemiddelaar. In de M.v.T.
19460_3 vergaderjaar 1985 – 1986[ii] wordt
al beschreven dat de WCK op Art. 48 lid 1 onder d is bedoeld om met een AMvB,
categorieën personen voor uitzondering op het verbod tot schuldbemiddeling toe
te voegen.
2)
Gelijktijdig dient Art. 48 Lid 2 WCK dat
beperkingen oplegt ten aanzien van de vergoeding die de schuldbemiddelaar in rekening
wordt gebracht, niet van toepassing worden verklaard op de HD. Daarmee kan de
HD zonder beperkingen en op basis van door de rechtbank geaccordeerde offerte
de werkzaamheden uitvoeren.
Er is een bijkomend
voordeel als de HD wordt toegevoegd aan de lijst van toegelaten
schuldbemiddelaars. De HD kan bij het afwijzen van een homologatie de
ondernemer begeleiden naar een sanering van de schulden met behulp van de
Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Daarmee wordt voorkomen
dat een andere schulddienstverlener een nieuw traject moet starten om daarmee te
voldoen aan de toelatingsvereisten van de WSNP daar waar een snelle beëindiging
van de onderneming wenselijk is.
In Nederland
zijn, volgens de informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)[iii] over
het eerste kwartaal van 2021, 1.903.885 ondernemingen waar 50 of minder
personen werkzaam zijn. Daarvan zijn er 1.492.585 die worden gedreven door en
op naam van een of meerdere natuurlijke personen. Dit zijn potentieel
ondernemingen die met de hierboven geformuleerde problematiek te maken kunnen
krijgen indien deze kiezen voor een herstructurering met behulp van de WHOA.
De ondernemer
wordt door de gemeentes, zo blijkt uit de informatie die de verschillende gemeentes verstrekken[iv] niet
anders behandeld dan een “gewone” consument. De schuldenregeling die wordt
aangeboden is geënt op de consument en vaak beperkt tot ondersteuning op basis
van de Bijzondere Bijstand Zelfstandigen (BBZ).
De huidige
schulddienstverlening aan met name kleine ondernemers is op dit moment niet
toereikend. Dit blijkt uit de beperkte specialistische hulp die gemeentes aan
ondernemers aanbieden[v].
De WHOA biedt
kansen dit te verbeteren.
Conclusie
:
Degelijk
wetenschappelijk onderzoek naar functionaliteit van de huidige wetgeving en de
mogelijkheden voor met name de kleine ondernemers ten aanzien van hulp bij
financiële problemen ontbreekt.
Hoewel de
wetgever met de WCK een betere bescherming van de consument tegen
overkreditering voor ogen heeft gehad kan ook de ondernemer en in het verlengde
daarvan de HD met deze wet te maken krijgen.
De WHOA biedt
de kans voor de ondernemers om op een snellere en betere manier dan nu wordt
aangeboden de financiële problemen het hoofd te bieden. Wel is aanpassing van
de wet~ en regelgeving zoals hierboven is beschreven, gewenst om het financiële pad ook voor de
kleine ondernemer snel, efficiënt en zonder plotseling opdoemende obstakels
door bestaande wet~ en regelgeving, te effenen naar een financieel gezonde
toekomst.
Geraadpleegde literatuur en gebruikte bronnen
Onderstreepte teksten hebben een hyperlink naar de bron.
Wetteksten:
Ten aanzien van de positie van de
Herstructureringsdeskundige (HD)
Wet homologatie onderhands akkoord
(WHOA) van 01-01-2021
Met betrekking tot consumentenkredietovereenkomsten:
Wet op het Consumentenkrediet (WCK) van 04-07-1990
aangepast op 01-01-2015
Hoofdstuk1 inzake algemene bepalingen
Hoofdstuk 5 inzake schuldbemiddeling
Burgerlijk Wetboek (BW) boek 7 titel
2 a
[i] Tweede kamer, Regels met betrekking tot het
consumentenkrediet
M.v.T.
19785_3 vergaderjaar 1986 -1987
[ii] Tweede kamer, Wijziging van de Wet op het Consumptief
Geldkrediet (WCK)
M.v.T. 19460_3 vergaderjaar 1985 – 1986
[iv] Bronnen over regelingen voor schuldhulpverlening aan
ondernemers door gemeenten
Schuldhulpverlening
voor zzp’ers en ondernemers - Gemeente Amsterdam
Rondkomen: schulden |
Rotterdam.nl
[v] Onderzoek journalistiek naar schuldhulpverlening aan
ondernemers.
NRC 10-01-2021
Onvoldoende
schuldhulpverlening voor ondernemers door gemeenten - NRC
Pointer (KRO/NCRV) 17-11-2020
Reacties
Een reactie posten