230721 Bijdrage internetconsultatie inzake nieuwe wet kredietregistraties (BKR)

Registratie van schuldhulpverlening in de registers van de BKR.

Als de (gemeentelijke) schuldhulpverlening verplicht wordt tot een registratie bij de BKR van alle natuurlijke personen die zijn toegelaten tot de schuldhulpverlening, zal dit leiden tot onevenredige, nadelige gevolgen voor ondernemers.

 Het risico voor de ondernemer, wat ook nu al een drempel is om hulp te vragen, is de kans dat bij zijn/haar crediteuren, financieringsinstellingen, bekend wordt dat er financiële problemen zijn of op korte termijn worden verwacht.

De gerechtvaardigde zorg bij de ondernemer is dat het bekend worden van de hulpvraag zal leiden tot beperking van verleende kredieten, onmiddellijk opeisen van vorderingen, leveringen van goederen of diensten zonder vooruitbetalingen niet meer zal plaatsvinden, die direct het voortbestaan van de onderneming, en daarmee ook een financiële oplossing, in gevaar brengen.

 Als een ondernemer, natuurlijk persoon die handelt uit naam van een beroep of bedrijf, zich bij de schuldhulpverlening aanmeldt zijn er verschillende mogelijkheden (trajecten) beschikbaar.

 Zo is er een tijdelijke inkomensondersteuning vanuit de Bijzonder Bijstand Zelfstandigen (BBZ), er kan een herfinanciering plaatsvinden met hulp van commerciële partijen, een Minnelijke Schuldenregeling Natuurlijke personen (MSNP) en de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA).

 Bij een WHOA-traject kan ervoor worden gekozen tussen een openbare en gesloten procedure. In de praktijk wordt er, in de meeste gevallen, voor een gesloten procedure gekozen. Daarmee wordt een, bij de rechtbank, geregistreerd WHOA-traject in alle beslotenheid uitgevoerd. Een verplichte BKR-registratie doorkruist de gewenste beslotenheid.

 Een WHOA-traject zal dan, ondanks de wettelijke mogelijkheid, niet meer in beslotenheid kunnen worden uitgevoerd. Hierdoor zal voor ondernemers die om hulp te vragen, uit angst dat de financiële problemen bij voor de ondernemer belangrijke partijen bekend zal wordende drempel tot de schuldhulpverlening onnodig worden verhoogd.

 Niet alleen bij een WHOA-traject zijn de gronden om geen registratie toe te passen aanwezig. Ook bij een MSNP-traject zijn de redenen om niet te registreren onverminderd aanwezig.

 

 Wettelijk kader

 Reikwijdte van de WCK

In de WCK Art 2 lid 1 is bepaald dat titel 2 a van BW boek 7 van toepassing is op de WCK. 

In Titel 2a Art 57 lid 1 onder a van het BW boek 7 inzake consumentenkredietovereenkomsten is gesteld dat een consument iemand is die handelt voor doeleinden die buiten zijn beroeps~ of bedrijfsactiviteiten vallen. Hiermee is de conclusie gerechtvaardigd dat een ondernemer niet valt onder de WCK en dat bij het uitvoeren van een schuldhulpverlening traject de regels vanuit de WCK ten aanzien van schulddienstverlening zoals deze zijn vastgelegd in de WCK niet van toepassing zijn op ondernemers.

 Bij de totstandkoming van de WCK valt in de M.v.T. 19785_3 vergaderjaar 1986 -1987 te lezen dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om een wet tot stand te brengen die consumenten beschermt tegen het aangaan van te hoge betalingsverplichtingen om daarmee financiële problemen te voorkomen.

 Uit dezelfde toelichting blijkt dat er nadrukkelijk een onderscheid wordt gemaakt tussen consumenten en personen die een beroep of bedrijf uitoefenen. Consumenten dienen, vanwege vaak beperkte kennis en inzichten over kredieten, met deze wet beter te worden beschermd tegen overkreditering door professionele kredietverstrekkers. Ondernemers worden geacht meer en betere kennis te hebben ten aanzien van kredieten en overkreditering zodat deze wet op ondernemers niet van toepassing is.

 Hieruit valt op te maken dat de wetgever heeft bedoeld dat de consument en niet een ondernemer door de WCK dient te worden beschermd door de bepalingen in de WCK.

Het is duidelijk niet de bedoeling van de wetgever geweest om een ondernemer onder de WCK te laten vallen.

 Regels die bepalen dat een ondernemer, valt onder de reikwijdte van de WCK, zijn in strijd met het doel en wetgeving rond de WCK.

 Het advies is dan ook om, als er wordt besloten dat de BKR-registratie van een schuldhulpverleningstraject moet worden opgenomen in het register, dit niet van toepassing is op natuurlijke personen die handelen uit naam van een beroep of bedrijf (ondernemers).

 Ingeval tijdens het schuldhulpverleningstraject wordt besloten om de onderneming te staken/beëindigen kan alsnog een BKR-registratie plaatsvinden.

 

 Overgangsregeling

 Ook is het wenselijk om duidelijk vast te leggen wat er met bestaande BKR-registraties gebeurt na invoering van de nieuwe wet stelsel kredietregistraties.

Worden de bestaande registraties direct aangepast aan de nieuwe wettelijke normen of blijven deze registraties gehandhaafd volgens de nu geldende regels?

  

Reacties

Populaire posts van deze blog

210407 WHOA in conflict met de WCK?

240527 (NL) Wet overgang van onderneming in faillissement

240917 Consultatie over verandering in bodem(voor)recht